“Ik had een stuk touw gekocht, waarmee ik weken heb lopen slepen. Maar nu heb ik een ander, een briljanter plan.
Het is namelijk zo dat ik graag van adel zou willen zijn. Na gedegen onderzoek bleek ik echter van een familie af te stammen die er een levenswerk van maakte niets uit te voeren en stelselmatig, met veel gebral, geld in onzinnige projecten stak of gewoon het gehele familiekapitaal wist te verkwanselen aan drank en dobbelspel. Op zich waren dit wel adellijke eigenschappen, maar een titel zat er niet aan vast.
Maar goed, ik kon misschien nog bewijzen dat ik dan van welhaast onzichtbaar verre buitenlandse adel was. Dan zou ik me, met wat kunst en vliegwerk, alsnog in kunnen laten schrijven in het register.
En juist daarom had ik dat touw kocht. Het kan niet meer. Ik kwam er achter dat de wetgeving op het adeldom was veranderd. Het is nu definitief over en uit.
Na dit onheilsbericht was ik niet meer de oude. Weken lang heb ik me verscholen onder een lekkend afdak. Tot het moment dat ik opeens dacht aan Floris de Vijfde. Hoe ik daar nu bij kwam weet ik niet meer, maar plotseling schoot ‘der keerlen God’ door mijn hoofd.
Welnu, die Floris is vermoord door edelen. Door edelen, moet je maar denken. Dat is nog eens iets anders dan door een straatschoffie om zeep te worden geholpen. En hierin zit hem de kneep. Als we dan toch doodgaan, dan liever veroorzaakt door edelen. Dan heeft nog wat en bovendien bevind ik me dan in het gezelschap waar ik zo graag bij wil horen.
Wat ik dus ga doen is even geniaal als ultiem. Gehuld in een vreselijk verkeerde smoking zal ik mij als ober toegang verschaffen tot het jaarlijkse bal van de Hoge Raad van Adel. Vervolgens creëer ik daar een gigantische rel, door iedereen te schofferen die ik tegen kom. Met niet aflatende ijver ga ik mij ontpoppen als de vleesgeworden ramp. En ik kan u verzekeren dat ik, eenmaal op volle toeren, geen grenzen meer ken om mijn medemens intens te frustreren. Wat ik u ook kan verzekeren is het feit dat men deze ober vreselijk zal gaan haten. En dat is nu precies de bedoeling.
Uiteindelijk zal de totaal waanzinnig geworden adellijke gemeenschap zich op mij werpen, met slechts één ding voor ogen: die ober moet dood. En dat gaat ze lukken, reken maar.
Heerlijk!
Waar is m’n strikje?”.
Het is namelijk zo dat ik graag van adel zou willen zijn. Na gedegen onderzoek bleek ik echter van een familie af te stammen die er een levenswerk van maakte niets uit te voeren en stelselmatig, met veel gebral, geld in onzinnige projecten stak of gewoon het gehele familiekapitaal wist te verkwanselen aan drank en dobbelspel. Op zich waren dit wel adellijke eigenschappen, maar een titel zat er niet aan vast.
Maar goed, ik kon misschien nog bewijzen dat ik dan van welhaast onzichtbaar verre buitenlandse adel was. Dan zou ik me, met wat kunst en vliegwerk, alsnog in kunnen laten schrijven in het register.
En juist daarom had ik dat touw kocht. Het kan niet meer. Ik kwam er achter dat de wetgeving op het adeldom was veranderd. Het is nu definitief over en uit.
Na dit onheilsbericht was ik niet meer de oude. Weken lang heb ik me verscholen onder een lekkend afdak. Tot het moment dat ik opeens dacht aan Floris de Vijfde. Hoe ik daar nu bij kwam weet ik niet meer, maar plotseling schoot ‘der keerlen God’ door mijn hoofd.
Welnu, die Floris is vermoord door edelen. Door edelen, moet je maar denken. Dat is nog eens iets anders dan door een straatschoffie om zeep te worden geholpen. En hierin zit hem de kneep. Als we dan toch doodgaan, dan liever veroorzaakt door edelen. Dan heeft nog wat en bovendien bevind ik me dan in het gezelschap waar ik zo graag bij wil horen.
Wat ik dus ga doen is even geniaal als ultiem. Gehuld in een vreselijk verkeerde smoking zal ik mij als ober toegang verschaffen tot het jaarlijkse bal van de Hoge Raad van Adel. Vervolgens creëer ik daar een gigantische rel, door iedereen te schofferen die ik tegen kom. Met niet aflatende ijver ga ik mij ontpoppen als de vleesgeworden ramp. En ik kan u verzekeren dat ik, eenmaal op volle toeren, geen grenzen meer ken om mijn medemens intens te frustreren. Wat ik u ook kan verzekeren is het feit dat men deze ober vreselijk zal gaan haten. En dat is nu precies de bedoeling.
Uiteindelijk zal de totaal waanzinnig geworden adellijke gemeenschap zich op mij werpen, met slechts één ding voor ogen: die ober moet dood. En dat gaat ze lukken, reken maar.
Heerlijk!
Waar is m’n strikje?”.
No comments:
Post a Comment