In Utrumque Paratus
5. Daar men niet geboren wordt, als men voordien een keuze gemaakt zou hebben, tussen twee verschillen, is men bij leven de prooi van de perverseling of van de hypocriet, die wetten en religies opwerpen. Zo zou men na de geboorte twijfelen aan de waarheid; is men een te begeren prooi, die een keuze moet maken, en zo zou men niet twijfelen aan de waarheid; is men een te begeren heilige, die een keuze gemaakt heeft. Men is dus een prooi, omdat men twijfelt, of men wordt een jager die de keuze maakt, niet te twijfelen aan de heilige, die hij begeert te zijn. Zo gaat het om de mens die twijfelt en begeert, en om de mens die niet begeert, waaraan hij zou kunnen twijfelen. Men is heilig of twijfelaar die begeert. Zo weet men dat de keuze tussen twee verschillen niet door de heilige is opgedrongen, maar door de duivel. Zo twijfelt de heilige over de schepping die door de mens gemaakt is, en zo twijfelt de mens aan de heilige die onze miserabele toestand laat voortduren, en zo is men jager, die niet twijfelt dat de mens zijn begeertes onder controle zal moeten krijgen, om uiteindelijk heilig te kunnen worden. Sub vanitate aut gratia nominis nacitur (Bij de geboorte zijn wij allen slachtoffer van de ijdelheid van de mens, of aan de genade van die zelfde mens onderworpen).
No comments:
Post a Comment