Pagina's

Tuesday, 18 August 2009

Hoe aardig kun je zijn?


Je komt ze tegen bij een assessment, bij het jaarlijkse functioneringsgesprek en anders wel in je relatie: je goede en slechte eigenschappen.
Al die eigenschappen vormen een persoonlijkheid en bepalen hoe je op omstandigheden reageert. Er zijn eigenschappen die algemeen gezien worden als prettig. Daar valt bijvoorbeeld het aardig zijn onder, empathie, zorgzaamheid, begripvol en lief. Daartegenover staan een vreselijk kort lontje, achterbaks, gemeen en een bijzondere mate van hufterigheid.
Nu richt ik me alleen op die positieve eigenschappen en wat blijkt: vooral een ander heeft er wat aan. Wat dus ook inhoudt dat die ander dat weet en daarop kan anticiperen. Of die ander daar in geval ook daadwerkelijk gebruik van maakt is even niet van belang, het gaat er om dat hij het kan. En daarmee zijn nu die positieve eigenschappen plotseling een potentiële valkuil.

Dat gevaar vindt men terug in het gezegde: al te goed is buurmans (of allemans) gek. Wie onbaatzuchtig door het leven gaat en goed is voor iedereen loopt dus een zeker risico. Het gaat er dus kennelijk om goed te doen tot een zekere hoogte. Maar waar ligt dat grens?

Die grens lijkt alleen zichtbaar voor een ander die er volgens iets of niets van zegt. Die ziet, vanaf een afstand, haarfijn waar het mis gaat. Dat wil dus zeggen dat je als buitengewoon aardig mens aan de ontvangers van je goedheid bent overgeleverd. Aan hen die er misbruik van maken, die het in node behoeven en aan degene die wel of niet aan de rem trekken.

Zit er dan helemaal geen lichtpuntje aan die eigenschappen? Jawel, en dat is dat ze verhinderen de werkelijke oorzaken van het onrecht te zien. Zouden ze dat niet doen dan was de buitengewoon vriendelijke persoonlijkheid een stuk minder aardig.

No comments:

Post a Comment