In Utrumque Paratus
1. Dat er geen begeerte bestaat om de wet te dienen en er geen wet bestaat die begeerte oproept, om deze te volgen, is de mens eigen: Antequam leges habebant, liberater viviebatur (voordat er wetten waren, leefde men vrij) Zo is het menselijk, een wet te begeren die het individu onderdrukt en zo is het menselijk, zonder wet, de vrijheid buiten de massa te begeren. De mens bestaat dus slechts, om de wet te overtreden, om de vrijheid te ontdekken als individu. Of in de navolging van de wet, te ontdekken dat het individu opgaat in de massa.
0 reacties:
Post a Comment