In Utrumque Paratus
6. In een wereld waar te streng geoordeeld wordt, blijkt dat de positie van de rechter benijdenswaardiger is, dan die van de beul. Door het redeloos, uitvoeren van het gevoel, wordt de misdadiger door de rechter veroordeeld en de beul veroordeelt, tot het gevoelloos uitvoeren van de rede. Hoewel allen zich achter de wet veilig weten, in hun beslissing en daad, en in de overtuiging dat die wet aan de universele waarheid voldoet, zal evenwel blijken dat men in de meeste gevallen de veroordeling goedkeurt, maar de feitelijke voltrekking verafschuwd. Dit omdat, de gemeenschap oordeelt naar het gevoel en niet ter gelijkertijd naar de rede; of men moet wel een misdadiger zijn die gevoelloos de rede uitvoert of een misdadiger zijn die redeloos het gevoel uitvoert. Niemand wil beul of misdadiger zijn, maar rechter. Maar velen onder ons wensen zware straffen, maar weinige onder ons durft ze te voltrekken zonder enig gevoel, en velen onder ons wensen lichtere straffen, maar weinige onder ons durft ze te voltrekken zonder enige rede, om geen beul of misdadiger te zijn. Dus als de straf wel door de gemeenschap kan worden uitgevoerd, corrigeert zij zichzelf, als zij te streng is, verafschuwd men de beul, als zij te slap is, verafschuwd men de rechter.
0 reacties:
Post a Comment