Het kleine zinnetje ‘er is geen dwang in de godsdienst’ wordt vaak aangegrepen om het neutrale karakter van de islam te benadrukken. Op zich lijkt de geschiedenis van de islam dat min of meer ook te bevestigen, dat wil zeggen dat het dwangmatige ontbreekt maar niet, en dit is van meer betekenis, dat het neutrale karakter van de islam is onderstreept. Dat kan ook niet anders want Allah is niet neutraal. En dat blijkt het duidelijkst bij de uitleg van Ibn Kathir (1301-1373).
De grondgedachte is dat Allah uitmaakt wie, als ongelovige, de ogen worden geopend of gesloten blijven voor de islam. Kiest hij er voor om ze gesloten te laten dan zijn deze mensen direct, ook al worden ze daar niet van op de hoogte gesteld, toekomstig brandhout voor de hel. Zo bekeken heeft het ook geen zin om de ongelovige met dwang te bekeren. Het valt nu eenmaal buiten de invloedssfeer van de islam.
Die discretionaire bevoegdheid van Allah blijft echter niet onopgemerkt. Wie als moslim zijn best doet om een overtuigd humanist de voordelen te laten inzien van vijf keer bidden tot een niet nader bewezen ‘Allah’, zet daarmee zijn eigen neutraliteit op het spel. Immers, het is buitengewoon aannemelijk dat de humanist geen toegevoegde waarde ziet in opmerkelijke bedenksels die op gespannen voet staan met de universele rechten van de mens. En daarmee ziet de islam in het individu een virtuele takkenbos voor de hel, wiens rechten bij leven verwaarloosbaar zijn. De islam neemt in dat opzicht reeds een voorschot op de toekomst van de humanist omdat Allah, zo blijkt, ten nadelen van hem beslist heeft.
Door het ontbreken van die neutraliteit is voornoemd zinnetje betekenisloos geworden. De humanist wordt misschien niet direct in brand gestoken maar of dat als een schrale troost moet worden gezien is nog maar de vraag.
0 reacties:
Post a Comment