In Utrumque Paratus
13. In benauwdheid wil de mens graag geloven in een hogere macht, die in verdrukking vrijheid verleent. Even zozeer hoopt de mens niet gestoord te worden in zijn gelukzalige positie, die door een hogere macht kan worden ontnomen. Of men aanbidt de verlosser of men aanbidt de heerser. In beide ziet men een god. Radix omnium malorum est cupiditas: quam quidam appetentes erraverunt a fide, et inseruerunt se doloribus multis. (De begeerlijkheid is de wortel van alle kwaad; waar velen van ons lust toe hebben, en om diezelfde lust moeten lijden - 1 Timotheum 6:10) Zo is het beter geen god te geloven, die behoud verkondigd middels het ontkennen van de mens. En zo is het beter geen mens te geloven, die behoud verkondigd middels het ontkennen van God. Zo gelooft men in God; dat de geestelijke wedergeboorte het eeuwige leven kan betekenen, als men niet twijfelt. Zo gelooft men in de Duivel; dat de geestelijke dood twijfel betekend, in het aardse leven. Zo twijfelt men aan het leven, en de zin daarvan. Vita hominis militia. (Men moet zijn leven in dienst stellen van de waarheid – Juvenalis).
0 reacties:
Post a Comment